Scharnieren

Scharnieren – voor de juiste draai

Wist je dat het woord scharnier uit het Frans komt: ‘charnière’? Het is een hengsel van metaal met twee bladen die in elkaar zitten met een pen en zo kunnen draaien. Heel handig om deuren, ramen of luiken te openen of dicht te doen. De gewoonste zaak van de wereld dus, die scharnieren

De verschillende soorten scharnieren 

Je hebt ze in allerlei vormen:

  • Standaard scharnier (twee gelijke plaatjes die via een pen draaien);
  • Kruisheng (standaard plaat en een brede, lange strip);
  • Kogellager scharnier (scharnier met kogellagers);
  • Veiligheidsscharnier (met een dievenklauw);
  • Paumelles (scharnieren waardoor je een deur, door die op te tillen uit de sponning kunt halen);
  • Pianoscharnier (lang en smal scharnier, vaak wel meer dan een meter);
  • Inboorscharnier (veel te zien bij keukenkastjes).

Er zijn er nog veel meer te bedenken. Het scharnier behoort tot het hang- en sluitwerk.

Elke deur z’n eigen scharnieren

Het spreekt voor zich dat er eigenlijk geen huis zonder is. Dat begint al bij de buitendeuren. Het scharnier is hier behoorlijk kloek; vaak gaat het om dubbellids-scharnieren. Ze hebben dan ook nogal wat te tillen want voordeuren zijn vaak van hardhout gemaakt, dus zwaar. Dit type scharnier heeft bijna altijd een kogellager of een nylon ring om die zware deuren soepel open en dicht te kunnen doen. Ook is het van belang dat scharnieren inbraakveilig zijn. Het scharnier voor de binnendeur is lichter uitgevoerd. Bij kastdeuren wordt zelfs overgegaan op paumelles. Een deel van het scharnier zit dan in het kozijn, een ander deel op de deur is daarmee verbonden via een pen. Door de kastdeur op te tillen haal je die zo gemakkelijk uit de sponning. 

Verend en onzichtbaar

Er zijn ook wat specifieke soorten. Zoals bommerscharnieren. Die hebben een ingebouwde veer. Als je de geopende deur loslaat, veert zo’n deur door bommerscharnieren weer netjes terug. Je hebt ze enkelwerkend (dus naar één kant openzwaaiend) en dubbelwerkend (beide kanten openzwaaiend). Ze zijn geschikt voor massieve en voor lichte (balie) deurtjes. Een ander typisch scharnier is de onzichtbare scharnier. In huis kun je plekken hebben waar wel iets open en dicht moet kunnen, maar zonder dat je het beslag ziet. Dit type zie je veel terug in de meubelindustrie en in de interieurbouw. Ook in moderne interieurs kom je ze tegen.

Het juiste aantal scharnieren

Verreweg de meeste modellen laten deuren draaien. Hoeveel je per deur nodig hebt, verschilt. Sowieso heb je bij opdekdeuren vaak paumelles nodig. Voor stompe binnendeuren kun je kiezen uit diverse types. Let er wel op dat je per deur drie stuks gebruikt. Een simpele boarddeur heeft aan twee scharnieren genoeg maar iets zwaardere deuren, bijvoorbeeld met glas of van vol hout, dienen er drie te krijgen. Bij buitendeuren worden vaak vier stuks gebruikt; dit om het scheefhangen tegen te gaan. De bovenste twee worden dan vrij dicht bij elkaar geplaatst, want hier trekt de deur het meest. Sowieso is het zaak om voor buitendeuren veiligheidsscharnieren te nemen. Hier zit een veiligheidsnok aan vast, in de volksmond dievenklauw genoemd). Zodra je de deur sluit valt dat uitsteeksel in het kozijn. Dat maakt het onmogelijk voor een inbreker om de deur uit het kozijn te tillen. De beste veiligheidsscharnieren hebben een SKG-keurmerk, de allerbeste zijn SKG***.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *